texts on artworks
How wide it is, how deep it is, how much is mine to keep
The image shows a grid, a time plane and infinity.
A moment in time, a life, is elevated and highlighted.
The gradient of the visible colour spectrum connects the objects.
It reflects on the nature of time and the fleetingness of the present moment.
The present fades into the past and stretches toward the future.
The concept of the present is elusive.
Generally, we see time as a linear movement from the past to the future.
Once a moment has passed, it is considered gone forever.
However, we have to deal with the processing of time.
Memories of events often resurface at irregular intervals.
Meaning that each moment is, in a sense, present in every other moment.
This creates a continuous present.
It cannot be grasped, yet it contains everything.
Note on the Title:
The title of this artwork is inspired by a passage from Slaughterhouse-Five by Kurt Vonnegut. In this work, Vonnegut reflects on the nature of time and the transience of the moment: "And I wondered about the present: how wide it was, how deep it was, how much of it was mine to keep."
Although the artwork was created before these lines were discovered by the artist, they strongly resonate with the themes explored in the piece. Both the artwork and Vonnegut’s words delve into the idea of time.
Hoe breed het is, hoe diep het is, wat kan ik bevatten
Het beeld toont een raster, een tijdvlak en oneindigheid.
Een moment in de tijd, een leven, wordt opgetild en uitgelicht.
Het verloop van het zichtbare kleurenspectrum verbindt de objecten.
Het reflecteert op de aard van tijd en de vergankelijkheid van het huidige moment. Het heden vervaagt naar het verleden en breidt zich uit naar de toekomst. Het heden is ongrijpbaar.
We beschouwen tijd doorgaans als een lineaire beweging van verleden naar toekomst. Een moment dat voorbij is, wordt voorgoed als verleden beschouwd.
Echter, we hebben te maken met de verwerking van tijd.
Herinneringen aan gebeurtenissen komen op onregelmatige momenten naar boven. Wat betekent dat elk moment in zekere zin aanwezig is in elk ander moment. Dit creëert een voortdurend heden.
Je kunt het niet bevatten, maar het bevat ook alles.
Opmerking bij de titel:
De titel van dit kunstwerk is geïnspireerd op een passage uit 'Slaughterhouse-Five' van Kurt Vonnegut. In dit werk reflecteert Vonnegut op de aard van de tijd en de vergankelijkheid van het moment: "En ik vroeg me af over het heden: hoe breed het was, hoe diep het was, hoeveel was van mij om te bewaren."
Hoewel het kunstwerk werd gemaakt voordat deze regels werden ontdekt door de kunstenaar, resoneren ze sterk met de thema’s die in het werk worden verkend. Zowel het kunstwerk als Vonnegut's woorden verdiepen zich in het idee van tijd.
Entrance hall
One enters a hall.
The space is entered without any indication of what lies ahead.
In its neutrality, it covers a wide range of conceivable places.
With a certain distance from the visitor, yet with a way to guide.
Sparsely decorated with an artificial plant, a counter, an empty vitrine.
The overall atmosphere is clinical and institutional.
The space is being renovated or prepared for a specific purpose.
The transition between spaces is less clear now that the doors have been removed.
There is an object on the floor, ready to be installed,
to hang from the ceiling as a large entity. Something to look up to.
Now it lies on the floor like a great ship anchored in the water.
The whole floor mirrors like a water surface.
Looking into the reflection of a glass door, a package lies on a table,
facing the outside world one just came from.
The golden yellow column seems to carry the image — gives support to this composition, which allows minimal movement.
Entree hal
Men komt een hal binnen.
De ruimte wordt betreden zonder enige indicatie van wat er voor ons ligt.
In alle neutraliteit bestrijkt de ruimte een breed scala aan denkbare plaatsen.
Met een zekere afstand tot de bezoeker, maar met een manier om te sturen.
Sober ingericht met een kunstplant, een toonbank, een lege vitrine.
De algehele sfeer is klinisch en institutioneel.
De ruimte wordt gerenoveerd of voorbereid op een specifiek gebruik.
De overgang tussen de ruimtes is minder duidelijk nu de deuren zijn verwijderd.
Er ligt een object op de vloer, klaar om geïnstalleerd te worden,
om aan het plafond te hangen als een groot geheel. Iets om naar op te kijken.
Nu ligt het op de vloer als een groot schip dat verankerd ligt in het water.
De hele vloer spiegelt als een wateroppervlak.
Kijkend in de reflectie van de glazen deur, ligt een pakje op een tafel,
gericht op de buitenwereld waar men net vandaan komt.
De goudgele zuil lijkt het beeld te dragen — geeft steun aan deze compositie, die minimale beweging toelaat.
RECONSTRUCTION I
We look at a stately town mansion from the early nineteenth century.
The interior reflects the influence of science and the spirit of discovery on the daily life of the bourgeoisie. The objects refer to a life outside the house. From books on colonial empires to a collection of Turkish kilims. A citizen of the world. A glimpse of the modern mindset.
This is a period when the industrial and material world was presented as an ideal at the first World’s Fairs. They ushered in the industrial revolution and demonstrated advanced technology to the world community. It was not just a presentation of possibilities; it was a vision of the future.
As Russian writer Fyodor Dostoevsky realised during his stay in London in 1862, where the Great Exhibition took place, what he saw there was of world-historical importance. ‘You become aware of an enormous idea,’ he wrote after visiting the exhibition, which displayed an exuberant material culture.
But he also saw it as a warning: ‘You feel that it takes great, eternal denial and luck not to surrender, not to capitulate to what you see, not to bow to what is, not to accept the material world as your ideal.’
Only the remnants of the mansion remain. It has been carefully rebuilt, as if an archaeological find. There are literally gaps to be filled, information missing. To make it understandable, it must be placed in a context that has been intentionally reconstructed.
The reconstruction is enclosed within a building. The style and features from the industrial revolution, such as the cast-iron frame with glass, are no longer new and exciting, but rather tried-and-tested construction methods. The space seems designed specifically for the reconstruction. To be exhibited, to be studied.
However, this building too is flawed and in decay. A glimpse of a newer era is visible through the glass ceiling, indicating that this era, too, is part of the past and needs to be re-examined. This suggests that missing links can be uncovered and a new understanding of this era can be achieved.
A cyclical repetition, like matryoshka dolls fitting together. (It’s worth noting that matryoshka nesting dolls were first exhibited at the 1900 World’s Fair in Paris.)
History is constantly revisited from the shifting ‘now’ with an eye toward the future. A vision within which art translates our world as a shifting, living story.
RECONSTRUCTIE I
We bekijken een statig herenhuis uit het begin van de negentiende eeuw.
Het interieur toont de invloed van wetenschap en ontdekkingsgeest op het dagelijks leven van de bourgeoisie. De voorwerpen verwijzen naar een leven buiten het huis: van boeken over koloniale rijken tot een verzameling Turkse kelims. Het huis spreekt van een wereldburger, een glimp van de moderne mentaliteit.
Het is een periode waarin de industriële en materiële wereld als ideaal werd gepresenteerd op de eerste wereldtentoonstellingen. Ze luidden de industriële revolutie in en demonstreerden geavanceerde technologie aan de wereldgemeenschap. Het was niet alleen een presentatie van mogelijkheden; het was een visie op de toekomst.
Zoals de Russische schrijver Fjodor Dostojevski besefte tijdens zijn verblijf in Londen in 1862, waar de Grote Tentoonstelling werd gehouden. Hij erkende het wereldhistorische belang van wat daar te zien was. "Je wordt je bewust van een enorm idee," schreef hij na zijn bezoek, waarin de uitbundige materiële cultuur werd getoond.
Dostojevski zag het echter ook als een waarschuwing: "Je voelt dat er een grote, eeuwige ontkenning en geluk voor nodig is om je niet over te geven, om niet te capituleren voor wat je ziet, om niet te buigen voor wat is, om de materiële wereld niet te accepteren als je ideaal."
Nu zijn alleen de overblijfselen van het herenhuis zichtbaar. Het is zorgvuldig herbouwd, alsof het een archeologische vondst is. Er zijn letterlijk gaten die opgevuld moeten worden, informatie ontbreekt. Om het begrijpelijk te maken, moet het in een context worden geplaatst die doelbewust is gereconstrueerd.
De reconstructie wordt omsloten door een gebouw. De stijl en kenmerken uit de industriële revolutie, zoals het gietijzeren frame met glas, zijn niet langer nieuw en spannend, maar beproefde bouwmethoden. De ruimte lijkt speciaal te zijn ontworpen voor deze reconstructie: een plek om te tentoonstellen, te bestuderen.
Maar ook dit gebouw heeft gebreken en vertoont tekenen van verval. Een glimp van een nieuwer tijdperk is zichtbaar door het glazen plafond, wat aangeeft dat dit tijdperk zelf ook deel uitmaakt van het verleden en opnieuw onderzocht moet worden. Het suggereert dat ontbrekende schakels kunnen worden ontdekt en een nieuw begrip van dit tijdperk kan worden bereikt.
Dit creëert een cyclische herhaling, zoals matroesjka's die in elkaar passen. (Het is noemenswaardig dat matroesjka nestpoppen voor het eerst werden tentoongesteld op de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs).
De geschiedenis wordt voortdurend opnieuw bekeken vanuit het verschuivende 'nu' met het oog op de toekomst. Een visie waarbinnen kunst onze wereld vertaalt als een verschuivend levend verhaal.
Reconstruction IV
The scene is presented as a diorama-like setup displaying either an existing or potential reality.
An investigation seems to be conducted. reminiscent of procedures at a crime scene: places are marked and material collected.
Or it could be an exhibition setup and a representation of something that is already predetermined is on display. The arrangement is clear, with floor plans available and materials placed in their designated spots.
The scene can be repeatedly reconstructed and deconstructed based on blueprints and scripts.
How do we perceive the world and the events within it?
Is each event unique, examined and archived as a closed case?
Do we view the past as a sequence of events that repeat themselves and are essentially the same?
Or is it fixed, like a script waiting to be played out?
RECONSTRUCTIE IV
De scène wordt gepresenteerd als een diorama-achtige opstelling die een bestaande of mogelijke realiteit laat zien.
Er lijkt een onderzoek gaande te zijn. Net als de procedures op een plaats delict worden plaatsen gemarkeerd en materiaal verzameld.
Of er wordt een tentoonstelling opgezet en we zien een representatie van iets dat al van tevoren vastligt. Het is duidelijk waar wat komt te staan. Plattegronden zijn beschikbaar als referentie en alle materialen worden op gemarkeerde plaatsen gelegd.
De scène kan herhaaldelijk worden opgebouwd en afgebroken op basis van blauwdrukken en draaiboeken.
Hoe kijken we naar de wereld en gebeurtenissen in de wereld?
Is elke gebeurtenis uniek en wordt deze onderzocht en gearchiveerd als een afgesloten zaak?
Beschouwen we het verleden als een opeenvolging van gebeurtenissen die zich herhalen en in essentie hetzelfde zijn?
Of ligt het vast als een script dat moet worden uitgespeeld?
A view to remember
A familiar view.
Viewed from a place just as familiar.
I see it because I am here.
Why capture it when you already know it so well?
You want to remember it.
For when it is no longer there.
We look out from a place of transition.
From here to there.
Inevitable.
uitzicht der dingen
Een bekend uitzicht.
Gezien vanuit een even vertrouwde plek.
Ik zie het omdat ik hier ben.
Waarom het vastleggen als je het al zo goed kent?
Je wilt het je herinneren.
Voor als het er niet meer is.
We kijken vanuit een overgangsplek.
Van hier naar daar.
Onvermijdelijk.
Lift and Drift
The artist's studio. Everything reflects emptiness, waiting to be filled with content. Decisions that will determine how the work manifests lie ahead.
It is an austere space, with a view of the outside world, equipped with the materials necessary to create something.
The objects seem to want to express the inner movement an artist may experience at the beginning of the creative process — like a rousing whole.
The grid on the wall, which bears resemblance to a work of art, functions as a ventilation shaft. A supply of clean air. Inspiration flows from external sources.
It's a beginning.
The megaphone roars, tools whirl around, power cables snake up from the ground, ready to connect. Inner turmoil stirs up.
Through the window, a figure is seen throwing canvases with painted lifebuoys into the water. A painted buoy won't keep you afloat. But the insight that art can offer may help you weather the storm. In this sense, the artist’s work is a powerful commitment.
It is a solitary endeavour, yet at the same time, art is for everyone.
Note on the Title:
The title, 'Lift and Drift', is inspired by the legacy of the Wright brothers and their pioneering work in aviation, and represents two opposing forces that make flight possible: Lift, the upward force that keeps the aircraft in the air, contrasts with drift (drag), the resistance that slows progress and influences the direction of flight
Kracht en Weerstand
De studio van een kunstenaar. Alles weerspiegelt leegte, wachtend om gevuld te worden met inhoud. Beslissingen die bepalen hoe het werk zich zal manifesteren liggen in het verschiet.
Het is een sobere ruimte, met uitzicht op de buitenwereld, voorzien van de materialen die nodig zijn om iets te creëren.
De objecten lijken uitdrukking te willen geven aan de innerlijke beweging die een kunstenaar kan ervaren aan het begin van het creatieve proces — als een opzwepend geheel.
Het raster op de muur, dat gelijkenis vertoont met een kunstwerk, functioneert als een ventilatieschacht. Een toevoer van schone lucht. Inspiratie stroomt binnen.
Het is een begin.
De megafoon buldert, gereedschap draait rond, stroomkabels kronkelen als slangen uit de grond, klaar om te verbinden. Een innerlijke onrust wakkert aan.
Door het raam is een figuur te zien die doeken met beschilderde reddingsboeien in het water gooit. Een geschilderde boei houdt je niet drijvend. Maar de inzichten die kunst kan bieden, kunnen je wel helpen de storm te doorstaan. In dit opzicht is het werk van een kunstenaar een krachtige toewijding.
Het is een individuele onderneming, maar tegelijk is kunst voor iedereen.
Opmerking bij de titel:
De Engelse titel, 'Lift en Drift', is geïnspireerd door de erfenis van de gebroeders Wright en hun baanbrekende werk in de luchtvaart, en vertegenwoordigt twee tegenstrijdige krachten die de vlucht mogelijk maken: Lift, de opwaartse kracht die het vliegtuig in de lucht houdt, staat tegenover drift (drag), de luchtweerstand die de voortgang vertraagt en de richting van de vlucht beïnvloedt.
By invitation only
Public space, a fundamental element of every society, faces significant challenges.
Polarisation, the division between groups of people, raises concerns about potential restrictions on freedom and autonomy.
How can individuals face these challenges without losing their identity?
There is the possibility to:
Becoming locked into the collective identity of a group as an individual.
You are seen as a group.
Or your individual voice may be heard through the power of the group.
Being heard as a group.
Not committing to any group.
You are neither seen nor heard.
So I step out and observe,
but I look in while staying engaged.
I make room to create space.
Alleen op uitnodiging
De openbare ruimte, een onmiskenbaar fundament van elke samenleving, staat voor aanzienlijke uitdagingen.
Polarisatie, gedefinieerd als de scheiding tussen groepen mensen,
geeft reden om alert te zijn op mogelijk verlies van vrijheid en autonomie.
Hoe kunnen individuen deze uitdagingen aangaan zonder hun identiteit te verliezen?
Er is de mogelijkheid om:
Als individu opgesloten te raken in de collectieve identiteit van een groep.
Je wordt gezien als een groep.
Of je individuele stem wordt gehoord door de kracht van de groep.
Gehoord worden als groep.
Je niet te binden aan een groep.
Je wordt noch gezien, noch gehoord.
Dus ik stap naar buiten en observeer,
maar ik kijk naar binnen terwijl ik betrokken blijf.
Ik maak ruimte om ruimte te creëren.
Rooms 1-4
The atelier presents the world.
The world is an atelier.
There exists a duality between the desire for harmony and balance in the creative space,
and the inevitable disruptions caused by external factors.
For disruption and turmoil are also fundamental parts of the artistic process.
There is a subtle balance between inspiration and information,
between external stimuli and the control we have over them.
The chair turned towards the light flooding the room.
The sudden dynamism of the windblown paper.
The quiet intensity following the chaos.
These elements shape meaning and composition.
They are formed in the same room,
with the same perspective,
but through different states of mind.
The room as a portrait.
Kamers 1-4
Het atelier presenteert de wereld.
De wereld is een atelier.
Er bestaat een dualiteit tussen de wens naar harmonie en balans in de creatieve ruimte
en de onvermijdelijke verstoringen door externe factoren.
Want verstoring en onrust zijn ook fundamentele onderdelen van het artistieke proces.
Er is een subtiel evenwicht tussen inspiratie en informatie,
tussen externe invloeden en de controle die we erover hebben.
De stoel gedraaid naar het licht dat de kamer vult.
De plotselinge dynamiek van het opwaaiende papier.
De stille intensiteit na de chaos.
Deze elementen vormen betekenis en compositie.
Ze worden gevormd in dezelfde kamer,
met hetzelfde perspectief,
maar door verschillende gemoedstoestanden.
De kamer als een portret.
Bonsai
We see residual forms and shells of objects that are no longer there.
They are lively structures. They have grown in and around the object.
They have been limited in their growth and forced into a form.
Forced to change form.
The result is a transformation or metamorphosis.
This transformation can be understood as a shift in the fundamental nature of being.
The remaining form represents the underlying essence which remains despite the changes.
Bonsai
We zien restvormen en omhulsels van voorwerpen die er niet meer zijn.
Het zijn levendige structuren. Ze zijn in en rond het object gegroeid.
Ze zijn beperkt in hun groei en in een vorm gedwongen.
Gedwongen om van vorm te veranderen.
Het resultaat is een transformatie of metamorfose.
Deze transformatie kan begrepen worden als een verschuiving in de fundamentele aard van het zijn.
De overblijvende vorm vertegenwoordigt de onderliggende essentie die ondanks de veranderingen blijft bestaan.
I wold not be in a folis paradyce
- The phrase 'fool's paradise' refers to a situation where someone is happy or content based on false beliefs or unrealistic expectations.
In essence, the phrase serves to illustrate the notion that a lack of knowledge can result in a misplaced sense of security or contentment. –
As the title suggests, this is an age-old story.
Some manipulate others for their own benefit. Even indirectly, they may do so as part of a system or structure. Others may believe in this manipulation and see it as a reflection of their inner life, often presented as entertainment that provides a general sense of satisfaction or fulfilment. These roles often overlap, with individuals playing both at different levels.
The question arises whether we should uncritically accept the information presented to us.
From my perspective, true reality lies beyond the immediate context.
It is not on stage, but behind the scenes. Not in the photograph, but in the studio.
I am not interested in the magic trick, but in the search for the hidden compartment. The false bottom. The untapped space of information.
The practice of seduction is ultimately devoid of content, while the search for knowledge is imbued in wonder.
Note on the Title:
Origine: "I wold not be in a folis paradyce."
An early phrase, first recorded in the Paston Letters, 1462
Shakespeare later used it in Romeo and Juliet.
I wold not be in a folis paradyce
- De uitdrukking 'Paradijs voor dwazen' verwijst naar een situatie waarin iemand gelukkig of tevreden is op basis van valse overtuigingen of onrealistische verwachtingen.
Het illustreert hoe gebrek aan kennis kan leiden tot een misplaatst gevoel van veiligheid of tevredenheid. –
Zoals de titel doet vermoeden, is het een eeuwenoud verhaal.
Sommigen manipuleren anderen voor persoonlijk gewin. Zelfs als ze niet direct betrokken zijn, doen ze dit vaak als onderdeel van een systeem of structuur. Anderen geloven in deze manipulatie en zien het als een weerspiegeling van hun innerlijke leven, vaak gepresenteerd als entertainment dat een algemeen gevoel van voldoening of vervulling geeft. Deze rollen overlappen vaak, waarbij individuen beide tegelijkertijd kunnen spelen op verschillende niveaus.
De vraag rijst of we de gepresenteerde informatie kritiekloos zouden moeten accepteren.
Vanuit mijn perspectief ligt de ware realiteit buiten de directe context.
Het is niet op het podium, maar achter de schermen. Niet in de foto, maar in de studio.
Ik ben niet geïnteresseerd in de goocheltruc, maar in de zoektocht naar het verborgen compartiment. De valse bodem. De onaangesproken ruimte van informatie.
De praktijk van de verleiding is uiteindelijk verstoken van inhoud, terwijl de zoektocht naar kennis doordrongen is van verwondering.
Opmerking bij de titel:
Herkomst: "I wold not be in a folis paradyce."
Een vroeg gezegde, voor het eerst opgenomen in de Paston Letters, 1462
Shakespeare gebruikte het later in Romeo en Julia.
Passengers
From my vantage point,
I am able to see the darkness of the night with clarity.
On a bridge, a passenger train stands uncoupled and abandoned.
It is no longer connected to the source of its power.
By which it was pulled or pushed.
It is unable to move forward on its own.
Has no guidance or direction.
Cannot determine its destination.
I also stand still, time to observe.
We look at each other, perhaps thinking the same thoughts.
As if we are a reflection of the other.
Or maybe even of ourselves.
Inzittenden
Vanuit mijn standpunt,
kan ik de duisternis van de nacht helder overzien.
Op een brug staat een passagierstrein ontkoppeld en verlaten.
Hij is niet langer verbonden met de bron van zijn kracht.
Waardoor hij werd getrokken of geduwd.
Is niet in staat om op eigen kracht vooruit te komen.
Heeft geen leiding of richting.
Kan zijn bestemming niet bepalen.
Ik sta ook stil, tijd om te observeren.
We kijken naar elkaar, denken mogelijk dezelfde gedachten.
Alsof we een weerspiegeling zijn van de ander.
Of misschien zelfs van onszelf.
Vanishing point
The vanishing point is not only the point where parallel lines converge, but also the boundary where the visible fades — where everything dissolves and movement ceases. It is the point where everything that was once visible recedes into the invisible.
In this image, however, no line seems to submit to a direction. Even the shuttle, on its way to the moon, deviates from its course. It was not designed for such a journey.
The television, once a window to the world, shows a shuttle shedding its rocket stage as it continues its journey in search of something beyond our world. The moon — once a symbol of our yearning for the unattainable — hangs in the background. Yet its pull remains.
At a point, the shuttle disappears from the screen. Just like technology, no matter how revolutionary it was. Everything is fleeting. What once seemed vibrant and tangible slowly fades and disappears from sight, much like the contents of ageing videotapes that eventually become unreadable.
These symbols remind us of a bygone era. They represent the collective memories of technologies that are now often forgotten, of a world we no longer know. What once held cultural significance is now interwoven with nostalgia and ideas of progress that have shaped our identity.
It is a reminder of humanity’s endless desire to reach for the unknown, even as our achievements fade and the traces we leave behind disintegrate.
The vanishing point is always beyond our reach. It constantly lies just outside the limits of our our understanding — it is a journey that will never be fully completed.
Thus, the vanishing point is never an endpoint but a continual reminder of transience and everything we try to hold onto, while also being a striving for a course-defining dot on the horizon.
VERDWIJNPUNT
Het verdwijnpunt is niet alleen het punt waar parallelle lijnen samenkomen, maar ook de grens waar het zichtbare vervaagt — waar alles oplost en beweging ophoudt. Het is het punt waar alles wat ooit zichtbaar was terugvalt in het onzichtbare.
In dit beeld echter lijkt geen lijn zich aan een richting te onderwerpen. Zelfs de shuttle, op weg naar de maan, wijkt af van zijn koers. Het was niet ontworpen voor zo’n reis.
De televisie, ooit een venster op de wereld, toont een shuttle die zijn rakettrap afwerpt terwijl het zijn reis voortzet op zoek naar iets buiten onze wereld. De maan — eens een symbool van ons verlangen naar het onbereikbare— hangt op de achtegrond. Maar zijn aantrekkingskracht blijft.
Op een moment verdwijnt de shuttle uit het beeld. Net als de technologie, hoe revolutionair deze ook was. Alles is vergankelijk. Wat ooit levendig en tastbaar leek, vervaagt langzaam en verdwijnt uit het zicht, zoals de inhoud van verouderende videobanden die uiteindelijk onleesbaar wordt.
Deze symbolen herinneren ons aan een vervlogen tijdperk. Ze vertegenwoordigen de collectieve herinneringen aan technologieën die nu vaak vergeten zijn, van een wereld die we niet langer kennen. Wat ooit culturele betekenis had, is nu verweven met nostalgie en ideeën over vooruitgang die onze identiteit hebben gevormd.
Het is een herinnering aan het eindeloze verlangen van de mens om naar het onbekende te reiken, zelfs wanneer onze prestaties vervagen en de sporen die we achterlaten vergaan.
Het verdwijnpunt is altijd buiten ons bereik. Het ligt voortdurend net buiten de grenzen van ons begrip — het is een reis die nooit volledig voltooid zal worden.
Zo is het verdwijnpunt nooit een eindpunt, maar enerzijds een voortdurende herinnering aan de vergankelijkheid — van alles wat we proberen vast te houden — en anderszijds een streven naar een koers bepalende stip op de horizon.